Wie wil de revolutie in Syrië vermoorden?

Er komt maar weinig goed nieuws uit Syrië tot aan onze oren. De opstand tegen het regime van Assad is weggezonken in een burgeroorlog en de bevrijdingsbewegingen hebben veel moeite om tegen de talrijke vijanden te vechten. Want laten we dat benadrukken: deze revolte is begonnen om een einde te maken aan het regime van Assad, om zich te bevrijden van het juk en het leven opnieuw op te bouwen op andere bases. Een revolte voor de vrijheid en de waardigheid. Dat drukte zich uit, en drukt zich nog steeds uit, in de zelforganisaties van opstandelingen in de stadswijken, zonder centrale of statelijke autoriteit, in de al dan niet gewapende gevechten die vele mensen blijven voeren voor de revolutie in Syrië, in de schepping van ruimtes waar vrijere verhoudingen worden geëxperimenteerd en die ergens het hart vormen van dit geweldige elan van bevrijding dat honderdduizenden mensen heeft geïnspireerd om de angst achter zich te laten en in opstand te komen.

Maar zoals we al zeiden, deze bevrijdingspogingen worden bedreigd met verstikking. Laten we ons dus de vraag stellen: wie zijn die vijanden van de revolutie in Syrië, wie wil de mogelijkheden doden voor de opstandelingen om een einde te maken aan het regime en een nieuw leven op te bouwen, een leven op bases die totaal anders zijn dan die van de autoriteit en de onderwerping?

Ten eerste, het regime van Assad uiteraard. Wanneer de macht zich bedreigd voelt is ze bereid tot alles, in staat om eender welke wreedheid of slachtpartij te begaan. Het zit in de essentie zelf van alle macht om zichzelf in stand te willen houden. In Syrië kan daar geen twijfel over bestaan: de macht mitrailleert, bombardeert, vergiftigt en foltert om de revolte te verzuipen in een bloedbad. En het regime heeft zichzelf opgeworpen als doodgraver van wat je de lente van opstanden (Tunesië, Libië, Egypte, Bahrein, Jemen,...) zou kunnen noemen. Alle regimes zijn het er eigenlijk over eens: iemand moet het revolutionaire elan kapotslaan, kost wat kost. Daarom blijven bepaalde landen het regime van Assad voorzien in geld en wapens, in diensten en militair materieel. En om maar te zeggen hoe alles verbonden is: de wapentransporten met bestemming Assad verlopen ook langs de Europese havens, via Antwerpen bijvoorbeeld.

Ten tweede vormen de islamistische krachten een andere en niet minder belangrijke vijand van de revolutie in Syrië. Er zijn vele verschillende fracties van islamisten actief op het terrein en vandaag zijn er gevechten aan de gang tussen de milities van ISIS (Islamitische Staat in Irak en Syrië) en de bevolking die door deze reactionairen geterroriseerd wordt. Al maandenlang, en lang voor de gewapende botsingen van vandaag, vonden talrijke protesten plaats van de bevolking in de zones die onder controle staan van ISIS. Sommige protesten waren erg duidelijk: “Geen Assad, geen Al-Qaïda”. Inderdaad, de opstand is zeker niet begonnen om het autoritaire regime van Assad te vervangen door een al even autoritair en bloeddorstig regime. De islamisten willen misschien Assad wel een kopje kleiner maken, maar ze willen de bevolking niet bevrijden, ze willen niet dat de mensen zelf beslissen hoe ze hun leven organiseren, en op welke bases: ze willen de wet van God (en daarenboven, volgens hun interpretatie) in de plaats stellen van de wet van Assad. Maar de vrijheid, de radicale omwenteling om te proberen komaf te maken met een wereld gebaseerd op macht en geld, is niet compatibel met welke wet dan ook. Ofwel de wet, ofwel de vrijheid. De revolutie in Syrië moet het vandaag niet alleen opnemen tegen het regime van Assad, maar ook tegen degenen die dat regime willen vervangen door hun eigen regime. Trouwens, je ziet het ook in andere landen die opstanden gekend hebben: de revolutie staat daar tegenover gelijkaardige uitdagingen (denk maar aan Egypte waar verschillende fracties achtereenvolgens de macht hebben genomen om hun regime op te leggen aan de opstandige uitgebuiten en onderdrukten).

Ten derde, de chefs van alle soorten (de voorlopige regering in ballingschap, de militaire koepel van het Syrische Vrije Leger,...) zijn in fatale oppositie met de revolutie. Ja, het grijpen naar de wapens was ongetwijfeld onvermijdelijk in de opstand tegen Assad, maar de wapens zijn nu ook bezig om de bevrijdende essentie van de revolutie aan te vreten. Een burgeroorlog met haar strategische spelletjes, haar berekeningen, haar tactische allianties, haar politiek gedoe is niet hetzelfde als een bevrijdingsoorlog, als een revolutionaire opstand. De militarisering van het conflict leidt fataal tot de herstelling van de autoriteit, tot de discipline tegenover chefs en leiders in plaats van zelf na te denken, in plaats van het vrije experimenteren en de opbouw van een nieuwe wereld. Net zoals een groot deel van de islamisten wil de voorlopige regering in ballingschap waarschijnlijk wel Assad verjagen, maar enkel en alleen om zijn regime te vervangen. Geen van beide groeiende machten heeft vertrouwen in de scheppende krachten van de bevrijde massa’s, van het vrije individu; allebei zijn ze bang dat uiteindelijk, doorheen het revolutionaire conflict, alle macht en alle onderdrukking in vraag wordt gesteld. Het zijn dus vijanden van de sociale revolutie. En deze regering in ballingschap zoekt steun bij andere regeringen (in het bijzonder bij de Europese Unie, die uiteraard in ruil garanties eist: ja aan de nieuwe regering in ruil voor een duidelijk nee aan de sociale revolutie in Syrië, aan de afschaffing van het kapitalisme, ook al moet daar bloed voor vloeien).

Wat kunnen we hier doen om het moeilijke en van alle kanten bedreigde parcours van de revolutie in Syrië te steunen? Langs de ene kant manieren vinden om degenen die ginder vechten voor de revolutie, tegen alle onderdrukking (of die nu komt van Assad, de islamisten of de democratische politici) te ondersteunen en er solidair mee te zijn. Langs de andere kant, hier de vijanden van de revolutie bestrijden daar waar het mogelijk is om hun steun te ondergraven. De leugens van de regeringen hier ontmaskeren; de bedrijven en instellingen die diensten bewijzen aan het Syrische regime saboteren; de islamistische propaganda tegengaan die het alleen maar heeft over de invoering van een islamitische staat en strijders rekruteert om ginder hun wet te gaan opleggen aan degenen die zich juist proberen bevrijden van onderdrukkende regimes; het revolutionaire internationalisme bekrachtigen, het is te zeggen, waar dan ook op deze planeet de strijd aangaan met de macht in al haar vormen. Door die weg op te gaan kunnen we vermijden dat het geweldige revolutionaire elan dat vele landen dooreenrammelt niet verzopen wordt in het bloed van de opstandelingen.

Verschenen in Buiten Dienst, anarchistisch blad, n° 43, 20 januari 2014, Brussel